Categorieën

ENTREE OOST

De natuur van Terheijl – flora en fauna

Entree aan de oostzijde van Terheijl, bij de Toutenburgsingel.

De Toutenburgsingel geeft vanaf de provinciale weg toegang tot het gedeelte van Terheijl waar Natuurschoon en Staatsbosbeheer zorg dragen voor het beheer en behoud van het landschap. Deze natuurgebieden kennen een rijke flora en fauna.

Groot heksenkruid (Circaea lutetiana).

Terheijl heeft een bijzondere flora door zijn specifieke bodemomstandigheden. Het botanisch geschoolde oog zou er soorten kunnen vinden die in Nederland zeldzaam zijn. De Tweestijlige meidoorn behoort daartoe, maar onder meer ook Groot heksenkruid, Welriekende agrimonie, Schedegeelster en de Grote keverorchis.

Wij zijn er naar op zoek gegaan, naar die uitzonderlijke soorten. Naast de Tweestijlige meidoorn – waar we extra ons best voor hebben gedaan en een klein kweekprogramma voor hebben opgezet –  vonden we slechts enkele van de meest bijzondere soorten, waaronder het Groot heksenkruid.

Groot hoefblad (Petasites hybridus), nabij huize Terheijl.

Maar al wandelend en speurend, de ogen op scherp en ook de oren gespitst, was wat we aantroffen al uitzonderlijk genoeg. De pracht van al die heel ‘gewone’ soorten die we ook elders kunnen aantreffen, maar die in Terheijl soms massaal aanwezig zijn, vormen in combinatie met andere soorten een indrukwekkend mozaïek en maakten de wandelingen in ieder seizoen tot intense ervaringen.

Vlaamse gaai (Garrulus glandarius).

De ‘ruis’ van het bos. De insecten, de miauwende Buizerd, de drukte makende Vlaamse gaai, het opgewekt liedje van de Boomklever.

Gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum), mannetje.

Van een geheel andere orde, minder opvallend, is het indringend gezoem en het opgewekt gefladder van de vleugels van de talloze insecten, een onlosmakelijk visueel en auditief onderdeel van de ervaring van het wandelen. 

Gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum), vrouwtje.

En hoewel de naam aangeeft dat het niet om een bijzondere soort gaat, de ‘gewone’ oeverlibel, was het voor ons steeds weer een verrassing om op de paden voor onze voeten het blauwgrijze mannetje en het groengele vrouwtje van deze soorten te zien opvliegen.

Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata).

De Grote keverorchis troffen we niet aan, maar de Gevlekte orchis wel, en dat is steeds een prachtige ervaring. Als er dan ook nog een Geelsprietdikkop op de bloesem aanvliegt is het spektakel compleet.

Geelsprietdikkopje (Thymelicus sylvestris) op Gevlekte orchis.

Dit pluizige bolletje is geen wonderlijk insect, maar de bloesem van een boswilg.

Boswilg (Salix caprea), bloesem.
Kale jonker (Cirsium palustre).

De wandelaar ervaart, in- en uitzoomend, een voortdurend veranderend decor van vorm, kleur, geluid en beweging. Dat is in Terheijl niet wezenlijk anders dan elders in wandelgebieden. Maar de diepe verankering met de bodem, die hier relatief recent is gevormd (ijstijden) en waarvan de flora en daarmee uiteraard ook de fauna zichtbaar bijzondere combinaties oplevert, legt een bijzondere glans over het landschap.